Het ideale plantseizoen: 7 tuintips
Oktober en november staan in het teken van vergroenen. Het najaar is namelijk dé tijd om vaste planten, bomen en bollen aan te planten. De grond is nog warm en er is weinig kans op droogte en vorst. Door nu aan de slag te gaan zul je eerder in het voorjaar al een groene en bloeiende tuin hebben. Ook kun je in je tuin een leefomgeving en voedsel voor allerlei dieren creëren. Met deze 7 tips helpen we je op weg:
1. Plant!
Nieuwe planten overleven de winter het gemakkelijkst als ze voor die tijd stevig op hun nieuwe plek vast zijn geworteld. Daardoor staan ze steviger en waaien ze niet zo snel om bij een winterstorm. Ook kunnen ze meteen genoeg water opnemen als ze weer gaan uitlopen in het voorjaar. In het najaar is het ideaal groeiweer, waardoor nieuwe aanplant nog wortels kan maken. Als ze minstens 6 weken op hun nieuwe plek voor de vorst invalt zijn geplant, gaan ze goed geworteld de winter in.
2. Laat herfstbladeren liggen
Hoe redde de natuur zich eigenlijk, voordat de bladblazer was uitgevonden? Nou, prima. Afvallend herfstblad heeft belangrijke functies. De laag bladeren beschermt overwinterende planten en kleine beestjes tegen de winterkou. Wormen trekken het blad de grond in, waar het verteert en de bodem verrijkt met organische stof. Dat is heel goed voor een rulle luchtige bodemstructuur en een goed watervasthoudend vermogen. Laat herfstblad tussen planten vooral liggen. Alleen een dikke laag blad op lage wintergroene planten, die kun je er beter afvegen, anders krijgen ze geen licht.
3. Kies alvast een boom
Bij de aankoop van een boom loont het de moeite om in september-oktober bij de kwekerij of het tuincentrum langs te gaan. Je kunt dan een mooi exemplaar uitzoeken en reserveren. In deze tijd van het jaar is er veel aan bomen te zien. Je kunt de beschikbare soorten en maten vergelijken, maar ook kijken of de kroon mooi van vorm is en of het blad er goed uitziet. Zodra je boom later in het najaar zijn blad heeft laten vallen dat is de winterrust begonnen. Dan is hij klaar om geleverd en geplant te worden.
4. Plant een haag
Om een haag te planten heb je veel plantmateriaal nodig. Het voordeligste moment voor het aanplanten van een haag is het najaar. Vanaf november verkopen kwekers volop “bos- en haagplantsoen”, ofwel bundels planten met naakte wortels, van soorten als beuk liguster, meidoorn en haagbeuk. Die zijn goedkoper dan planten in pot. Zorg ervoor dat de wortels tot het moment van aanplant niet uitdrogen, en zet de planten niet dieper in de grond dan dat ze op de kwekerij stonden. Geef de jonge planten als ze in het voorjaar gaan uitlopen naar behoefte water. Dan heb je snel een mooie haag.
5. Verleng het moestuinseizoen
In september-oktober zijn de meeste eenjarige gewassen in de moestuin wel geoogst. Maar de tuin hoeft niet leeg te liggen tot het volgende voorjaar. Gewassen die je snel kunt oogsten kun je gerust nog zaaien zoals radijs, sla, spinazie en rucola. Die heb je al weer geoogst voor de vorst invalt. En gewassen die vorstbestendig zijn, zoals veldsla of boerenkool, kun je nog langer laten staan. Dan heb je zelfs midden in de winter verse groente. Laat ze niet helemaal tot het volgende voorjaar staan, want dan schieten ze in bloei.
6. Plant alvast bloembollen
Het najaar is hét moment om bloembollen te planten, als je in het voorjaar wilt genieten van tulpen, narcissen en andere vroege bloeiers. Maak het jezelf eens makkelijk: plant de bollen tussen bodembedekkende vaste planten, zoals vrouwenmantel (Alchemilla) of ooievaarsbek (Geranium). Dat kan tussen planten die er al stonden, of plant bollen en bodembedekkers tegelijk. Zo heb je in het voorjaar eerst kleur van de bollen en zodra het blad daarvan begint af te sterven wordt dat overgroeid door de bodembedekker, die later bloeit. Twee keer kleur op dezelfde plek, en het bespaart je de moeite van het afknippen van het afstervend blad.
7. Plaats een vlinderkastje
Je kent waarschijnlijk wel insectenhotels en nestkasten voor vogels. Maar ken je het vlinderkastje al? Ook dat is een houten huisje, maar dan met enkele rechtopstaande gleuven in de voorzijde waar vlinders doorheen kunnen. Binnenin stop je wat takjes waar de dieren zich aan vast kunnen houden. Trekvlinders vliegen in het najaar naar het zuiden, maar een deel van onze vlinders overwintert hier. En daarvoor biedt zo’n huisje een veilige en droge plek. De kastjes zijn te koop, maar het maken ervan is ook een leuke doe-het-zelf activiteit.